EEN SELECTIE
UIT DE BUNDEL

Dick Herweg

 

Hieronder een selectie van tien gedichten uit de dichtbundel ‘Lavendel en rozemarijn en/of de verrassing zit in de herhaling’ van Dick Herweg. De volledige bundel bevat 42 gedichten en wordt uitgegeven door Key Element Publishing.

 

HET HAAKSLURFJE

Die ochtend schrijft Ernst met een kever op zijn pen
Het is een kever met een haakslurfje
De kever loopt langzaam naar boven
Ze keert
Op de top
Via zijn wijsvinger
Over de wijsvingernagel
De vinger afwaarts
Terug naar de plek waar het begon

Het haakslurf-kevertje strekt de vleugels
Vliegt een rondje
Bij het open raam kijkt ze om
Knikt beleefd
Lulu doet het raam dicht
Lulu en Ernst wuiven
Ze wachten op wat er gaat komen

 

DE HERVORMDE KERK IN AMSTERDAM

Prismakristalbogen fonkelen liefde voor meer dagen

Lankmoedigheid voor een neergeschoten kerkduivel
Lieve mensen, is dit luxe?

Op de harde kerkbanken
Likken de bezoekers het zweet van elkaars ruggen
Vermijden ondertussen spiegels zonder reflectie

Ga ver weg van hier waar groen ‘groen’ is

Rust niet wordt verstoord door stilte
Water schoon koel
Bossen zwart zwaar
Hitte verkoeld wordt door zonzichtbaar licht
Aarde zacht glad
De bergen voorbij het bos zijn vleugellicht begaanbaar
Rivierbeddingen worden bekrast met vloeibare zilverfolie
Groene gras plakken in ons haar
Herten met naar boven gekamde benen
Een mooi karkas van een vroege ster

 

NACHTKASTJE

Zijn er nog buurvrouwen in Oud-West
Met een trouwboekje in de bovenste lade van het nachtkastje?

Als de buurman de overgordijnen terzijde duwt
Hoeft de ander dat niet te doen
Maar afspraken zijn niet gauw gemaakt met je overburen

Aan de overkant, achter de ramen, voorbij de bomen
In de achtertuinen
Valt de schaduw van de buurvrouw op een nachtkastje
Ze staat op en zoekt het trouwboekje

Nu al lezen voor het ontbijt?

 

WIEGENDE HEUPEN IN DE DELTA

G’wapig suft zweem wind in het donzige licht
Zwoele warmte, over de hete stof metropool

De hitte geest zindert vuurbal muziek

Alles is lui vandaag
Schaduwen druipen in dikke lagen langs fondant stenen muren

Mistige tochtwind zet glimlachjes op vochtige lippen
De melodie smelt in zijn vuist

 

BADMEESTER

Ernst is badmeester in Dante’s Inferno
Hij houdt zich drijvende
De laatste tijd
Loopt voorover gebogen rond
Het lauwe water in marmer

Ernst ziet geesten zonder lichamen
Op het water drijven

Er is tenslotte altijd meer aan de hand

Vaak is dat het geval
Vooral als hij vlak langs het lauwe water loopt
En voor de derde keer van achteren besprongen wordt
Door de hoofdzuster
Alle drijvende geesten worden plots overbodig
Vrienden noodzakelijk

 

PIRAÑA JOE

Piraña Joe
Wacht op de boarding
Van 8072
In Cleveland richting jfk

Piraña Joe
Staat op de rug van het T-shirt van de man

Zijn vrouw
Die ook wacht op de boarding
Van 8072
In Cleveland richting jfk
Gebaart heftig met haar armen
Het gaat over de bevalling van hun tweeling
Die plaats vond zo’n jaar of vier
Na hun trouwdag

Piraña Joe
Heeft zijn kinderen opgegeten
En zoekt nog steeds
Naar tandenstokers
Om de laatste restjes
Mens te verwijderen
Uit zijn gebit

 

GEVESTIGDEN EN BUITENSTAANDERS

De straat dwarrelt in de nacht
De haren van Ernst zijn nat
De straat in deze stad
Wordt een landweg
Met af en toe een huisje
Waarvan de ramen met gladde ogen
De passanten gadeslaan
Postkoetsen denderen voorbij
Een dronken ridder fietst door de mist
Zorgvuldig de tramrails mijdend

Het Stedelijk gonst Bauhaus en Appel
Het Concertgebouw dirigeert haar muze door de Van Baerle
Na de Ceintuurbaan bij de Amstel
Wordt Amsterdam opnieuw geboren

Half naakt in de deuropening in een aubergine ochtendjas
Zwaait Lulu met haar armen
Na de ontmoeting van de eerste bezoeker

“Blijf binnen, ga niet de straat op”
Roept ze
Dit is mijn terrein
Mijn stad

 

IL VIENT DE LOIN (NAAR PAUL GABRIËL)

Onder snaren van moderniteit
Trekt een locomotief
Langs het landschap
Landschap, licht en moeras worden vloeibaar
Gedachten van reizigers
Waaien uit
Blijven drijven in de Boedelsloot
Besnorde
Violen met baard
Merken niets
Langs de trillende oevers

In de Kamper Veenderij
Is de ton van Damocles
Het onderkomen van turfstekers
De rest is blubber
Drassig, vruchtbaar daaromtrent

Even voorbij Groenendaal
Staat in goudgeel
Een grachtenpand

 

LINKSE HOBBY

In de Fragmented Suite For Piano And Bass
Van Duke en Ray, first movement

Loopt een mollige dikke merel
Met citroen gele snavel
Te twijfelen
Eerst het zaadje en dan de worm?
Vrouwen met gebeeldhouwde ruggen
Lopen met een boog om de merel
Kleine kinderen die hun vaders klemvast houden
Op zoek naar hun moeder

In de second movement
Blijft, wordt, is een tune
Die uitloopt in een twist
Naar het contrapunt
Aan het einde van hun vingers

Tijdens the third movement
Wordt duidelijk dat een ritmische jas
Voor de zomer en de winter niet kan
Een camelhair coat met witte hoed voor juli
Een zwarte mohair jas met zwarte hoed voor december
Daaronder een zootsuit
Zo hoort het

Tijdens the fourth movement
Weet je niet waar je moet kijken
In de haag zijn het muggen, muizen
Of de buurman die met een grijns
Probeert te zeggen
Dat hij lekker gaat vrijen die middag

 

PRACTISCH

Ze lopen in een rij
Ter ere van de poging
Om vervroegd zijn begrafenis te beleven
Hij wilde al langer weten wat er zou komen na de dood
Zijn vrienden ontrieden dit
Zoals altijd had hij weer wat verzonnen
Zodat de tijd hem niet lastig viel
Tijd is doodgaan
Stoppen kan niet
Maar vanuit de dood het spoor terugvolgen
Moet kunnen
Hij zei dat die jonger zou worden
Na het afscheid van de dood
Zijn vrienden had hij weten te overtuigen
Dat ook zij jonger werden
En zo gebeurde het
Aangekomen bij het graf met een hoop zand ernaast
Klom hij boven op de berg zand
En wenkte ons
Omringd door bloemen in verschillende kleuren
Begon hij te stampen met zijn voeten
“Nu lijkt het net een zandloper
Door ons gewicht drukken we de korrels
In het graf”

Doe mee
Op de terugweg naar de uitgang
Discussieerden zijn alter ego’s
Niemand had de dood beleefd
Gezien ook niet
Ze waren het wel eens met de opmerking van zijn beste alter ego
Dat een crematie geschikter is in de winter

 

§

Terug naar boven